Het dragen van autogordels is niet alleen voor alle
inzittenden van personenauto’s verplicht, maar ook voor inzittenden van bedrijfsauto’s!
Bestuurders van een personenauto, een bedrijfsauto, een driewielig motorvoertuig met een gesloten carrosserie of een brommobiel en hun passagiers maken gebruik van de voor hen beschikbare autogordel. Passagiers die jonger zijn dan 18 jaar en met een lengte van minder dan 1,35 meter, maken gebruik van een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem dat is voorzien van een keurmerk als bedoeld in art. 22, vijfde lid van de wet. Wanneer de zitplaatsen die bestemd zijn voor passagiers voorzien zijn van autogordels, worden op deze zitplaatsen niet meer passagiers vervoerd dan er autogordels aanwezig zijn.
In alle gevallen zijn bestuurder en passagier(s) persoonlijk aansprakelijk bij het niet dragen van de gordel. Bij een process-verbaal betaalt de niet-drager. Bij invaliditeit als gevolg van een ongeval kan hij tevens worden gekort in een mogelijke kapitaaluitkering van de verzekeringsmaatschappij.
Het niet dragen van een autogordel kan immers bestempeld worden als “eigen schuld”. De politie kan, in tegenstelling tot vroeger, ook optreden tegen een stilstaande bestuurder.
Het bovenstaande maakt duidelijk dat een werknemer zelf volledig verantwoordelijk is voor het dragen van een gordel in een bedrijfsauto.
De werkgever moet ook het nodige doen om consequent gebruik van de gordel te bewerkstellingen. Dit doet hij onder andere door:
verlaten en het normaal losmaken van de sluiting en/of het verlaten van het voertuig niet mogelijk is;
pas de “hoogte-insteller” hier dan ook op af;
Ga met elkaar in gesprek over het volgende:
Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.